ReflectLeer: Moeilijk hanteerbaar gedrag in het buitengewoon onderwijs
Tekst bij deze video
Sprekers: Caroline Vancraeyveldt (kernexpert Education & Development, UCLL) en Jana Daniels (orthopedagoge BuBaO type 3/9 Ten Desselaer)
Kan je je school eens voorstellen?
Wij zijn Ten Desselaer, een school in Lovenjoel, in de buurt van Leuven. Onze school is gelegen op een groot domein, met heel wat grote gebouwen waarbij je, als je ze van de buitenkant bekijkt, een beetje een Harry Potter-gevoel krijgt. Maar wanneer mensen binnenkomen zeggen ze vaak dat het er zo nieuw uitziet, helemaal anders dan aan de buitenkant.
We zijn een school voor kinderen met autisme en kinderen die moeilijkheden hebben om hun gedrag en emoties te reguleren. Daardoor is het vaak moeilijk in een reguliere klas, met meer leerlingen, met striktere afspraken en met minder mogelijkheden om individueel naar de noden van een kind te kijken. Dat is iets waar wij op school specifiek proberen op in te zetten, zodat elk kind wel een plekje heeft en dat elk kind tot leren komt. Dat is wat wij hier op school belangrijk vinden.
De klassen zijn verdeeld in twee verschillende werkingen. We hebben een type 3-werking en een type 9-werking en beide groepen zitten apart in de klassen. Er zitten maximum 7 tot 9 leerlingen in een klas, dus dat zijn kleinere klasgroepen. Ook de speeltijden zijn gesplitst en de groepen wisselen elkaar af. Dat maakt ook dat wij op de speelplaats vrij veel ruimte hebben voor een klein aantal kinderen. Omdat onze school in twee gedeeld wordt hebben de leerlingen een apart speelmoment waardoor dat wat rustiger kan verlopen.
Er zijn heel wat aanpassingen, wij denken heel hard na over wat de leerlingen nodig hebben. We bekijken individueel hoe we leerlingen kunnen helpen om het een hele dag op school goed te doen. We kijken naar wat er nodig is om de afspraken te kunnen volgen en tot leren te komen. Vaak zien we wel dat kinderen waarbij het moeilijk loopt in het gewone onderwijs en die dan naar hier komen, wel het gevoel krijgen dat ze het eigenlijk wel kunnen, waardoor hun welbevinden sneller naar omhoog gaat.
Dat kan over de grote problemen gaan waar iedereen meteen aan denkt: het agressieve gedrag, het moeilijk kunnen omgaan met gezag… Maar moeilijk hanteerbaar gedrag kan ook betekenen dat de motivatie om te leren heel laag is. Hoe moeten we ermee omgaan als een kind niet gemotiveerd is om bij te leren of niet inziet waarom het belangrijk is om naar school te komen? Of wat als een leerling heel moeilijk kan samenspelen met andere kinderen? Dan komt een kind ook vaak in moeilijke situaties terecht. Vaak gaan we ervan uit dat kinderen dat wel kunnen of zullen leren, maar hier zijn heel veel kinderen voor wie dat moeilijk is. Het is ook niet gemakkelijk om elke leerling daar individueel in te ondersteunen en te begeleiden. Aanleren hoe om te gaan met andere kinderen en andere mensen zien wij ook als moeilijk hanteerbaar gedrag.
Ik denk dat wij dat heel breed bekijken omdat het vaak echt zoeken is. Vaak is het vastlopen met een bepaald gedrag en dan denken we echt na over wat we in dat geval kunnen doen. Dan moeten we dingen uitproberen, tegen een muur aanlopen, andere dingen uitproberen en uiteindelijk vinden wat wél werkt. En bij een andere leerling die hetzelfde gedrag stelt, kan dat dan misschien helemaal niet meer werken, dus dan moeten we opnieuw proberen. Dat is dus ook een belangrijk aspect van moeilijk hanteerbaar gedrag: zoeken en vinden wat er nu precies werkt voor die bepaalde leerling.
Dus, er is geen eenduidige handleiding van: zo moet je het aanpakken en dan zal het opgelost zijn.
Inderdaad, want we merken ook wel dat er vaak de vraag is van andere scholen om hen te helpen met een bepaalde casus of een gedrag dat veel voorkomt. Dan moeten wij ook zeggen dat we geen oplossing hebben. Wij hebben geen “magische” woorden om de problemen weg te nemen. Het blijft een problematiek bij een leerling, een moeilijk connectie met de omgeving die niet aangepast is aan wat het kind eigenlijk nodig heeft. Of soms is het gewoon niet mogelijk om te bieden wat een leerling precies nodig heeft. En dan is het zoeken naar wat er wél kan op korte termijn of lange termijn. Welke ondersteuning is er bijvoorbeeld buiten de school. Op die manier kan je kleine stapjes vooruit zetten en bezig blijven met de dingen die goed lopen. En dat is voor elk kind echt opnieuw zoeken.
En het is natuurlijk ook een beetje kijken naar wat haalbaar is het team. Want soms zijn er ideeën die voor een bepaalde leerkracht kunnen om daarin te investeren, maar op een ander moment is het emmertje van die leerkracht misschien ook vol en kan het niet. Het is dus een hele grote wisselwerking in wat er wel en niet mogelijk is.
Oké, ik hoor je echt zeggen dat als je denkt aan moeilijk hanteerbaar gedrag, dat het een problematiek is van de leerling, maar ook een wisselwerking met wat mogelijk is in de omgeving, of hoe de omgeving zich aanpast.