ReflectLeer in het buitengewoon onderwijs: De noden van de groep versus de noden van het individu
Tekst bij deze video
Sprekers: Caroline Vancraeyveldt (kernexpert Education & Development, UCLL) en Jana Daniels (orthopedagoge BuBaO type 3/9 Ten Desselaer)
Een opmerking die ik vaak hoor van leerkrachten rond moeilijk hanteerbaar gedrag is: wat doe ik met de rest van de kinderen in de klas? Het lijkt bijvoorbeeld alsof die ene leerling in de klas altijd meer privileges krijgt dan de anderen. Want die mag dan bijvoorbeeld gaan zitten in de leeshoek. Hoe leg ik dat uit of hoe ga ik daarmee om naar de groep toe?
Ja, dat is hier ook zeker wel een thema. Ik denk dat we het hier op school gemakkelijker hebben omdat dat we kunnen zeggen dat iedereen eigen problematieken en een eigen rugzakje heeft. De juf beslist wat er nodig is en we hebben de mogelijkheid om bij iedereen wel een beetje te kijken naar wat er nodig is. Ik denk dat er bij ons weinig kinderen zijn die geen privileges krijgen. We hebben bijvoorbeeld ook stagiaires die met de leerlingen een individueel moment kunnen hebben. Dus die doen heel de week dan de ene leerling 25 minuten, daarna de andere leerling 25 minuten. En de leerlingen weten dat dat een moment is om naar uit te kijken. Maar dat zijn zeker niet enkel de leerlingen die het moeilijk hebben, dat zijn ook de leerlingen die wel makkelijk in de klas kunnen blijven maar die ook wel eens een individueel momentje verdienen. Dus we proberen dat zo wel wat op te vangen.
We proberen ook naar ons team toe te kaderen dat als een leerling die extra aandacht nodig heeft, het belangrijk is om die te geven. Er zijn natuurlijk grenzen. Vaak hoor je mensen zeggen: “Die is de hele tijd aandacht aan het vragen, ik ga die negeren”. Maar als die leerling aandacht vraagt, waarom proberen we dan niet om die aandacht te geven, maar op een positieve manier? Zodat die leerling dat niet op een negatieve manier moet vragen. En dan kunnen we misschien opties geven zoals : “Kijk, we kunnen dit voor jou doen, als je het komt vragen”. Zo proberen we hun tactiek van om aandacht vragen te veranderen en geef je wel wat ze nodig hebben. We veranderen hun vaardigheden eigenlijk. En dat vinden we beter dan het te negeren. Dan ga je ervan uit dat die aandacht niet nodig is, en dat klopt niet. Wij denken dat als een leerling daar echt om vraagt, het wel ergens nodig zal zijn.
Maar de strategie hoe dat ze het doen en wat ze krijgen, dat bepalen jullie?
Ja, we proberen hen daar vaardig in te maken en te hen leren dat als ze altijd op een negatieve manier aandacht vragen, ze dat niet krijgen en we boos worden. En dat vinden we niet leuk. Maar als je op die (positieve) manier naar ons komt, dan zouden we dat heel leuk vinden en dan kan ik eens kijken of ik met jou eens een wandelingetje in het park kan maken. Zo maken we duidelijke dat er andere manieren zijn om op een positieve manier aandacht te vragen. En ook wanneer dat kan, want het kan niet altijd wanneer zij dat willen. ’s Ochtends is er bijvoorbeeld wat meer ruimte om eens te komen om een babbeltje te doen. Dan gaan we afspraken maken rond wat er meer haalbaar is om hen toch die aandacht te geven.