“Met kleine ingrepen kan je al een groot verschil maken voor leerlingen in kansarmoede”

In Leuven ontvangt 3 op de 10 leerlingen een schooltoeslag. Deze kinderen hebben op school soms moeilijkheden om materiaal of uitstappen te betalen. Op het Sint-Albertuscollege werken ze daarom aan een bewust kosten- en armoedebeleid. De school krijgt hulp van 2 schoolbegeleiders van de stad. “Ons werk is nog niet af, maar we maken nu al een verschil voor onze kwetsbare leerlingen”, vertelt GOK-medewerker Kwinten Van Heden.

17 maart 2025

Hadden jullie al een beleid rond armoede of onbetaalde schoolfacturen voor jullie het begeleidingstraject opstartten?

Kwinten Van Heden: “We hadden als OKAN-school al een procedure voor de opvolging van onbetaalde schoolfacturen, maar een uitgewerkt armoedebeleid voor de hele school was er nog niet. Een vorming georganiseerd door onze scholengemeenschap KSLeuven rond dit thema heeft ons doen beseffen dat we als school nog heel wat konden doen om kansarme leerlingen beter te ondersteunen. Daarom hebben we het begeleidingstraject bij de stad aangevraagd.”

Wat omvat zo’n begeleidingstraject rond kansarmoede?

Begeleider Emilie Mesmans (Huis van het Kind): “Scholen krijgen hulp van een lokale begeleider en opgeleide ervaringsdeskundige gedurende 1 of 2 schooljaren bij het uitwerken van een armoedebeleid. Het traject wordt gefinancierd door de stad. Wij zijn opgeleid door Krijt, een vzw met veel expertise rond het thema die jaarlijks 30 scholen begeleidt. Elk traject start met een intakegesprek om elkaar beter te leren kennen en afspraken te maken. De school blijft altijd trekker van het traject, wij begeleiden enkel het proces. De school kiest zelf welke van onze aanbevelingen toepasbaar en haalbaar zijn binnen hun schoolcontext. Voor die aanbevelingen vertrekken we van een schoolanalyse: een bevraging bij het schoolteam, ouders en leerlingen om te peilen waar de school staat op vlak van armoedebeleid.”

Kwinten: “Bij de start van het traject hebben we samen ook een vorming gegeven voor het hele schoolteam. Vooral de getuigenis van ervaringsdeskundige Maryse Lenaerts was heel aangrijpend en heeft het team wakker geschud. Dat was een sterke start om heel het team betrokken te krijgen. Die gedragenheid is van groot belang om tot een gedeelde visie te komen.”

De school kiest zelf welke van onze aanbevelingen toepasbaar en haalbaar zijn binnen hun schoolcontext.

Jullie zitten nu in het tweede en laatste schooljaar van het begeleidingstraject. Welke acties hebben jullie al ondernomen?

Kwinten: “We hebben de voorbije 2 schooljaren al veel in gang gezet, en hebben tegelijk nog heel wat plannen. Met soms kleine ingrepen konden we al een groot verschil maken voor de kwetsbare gezinnen op onze school. Heldere communicatie is daar één van. Zo bezorgen we nu in augustus al een volledig overzicht van de schoolkosten aan onze ouders. Dat overzicht publiceren we ook op onze website. Op die manier kunnen gezinnen al plannen of vooruit sparen. Bij elke factuur vermelden we nu steevast de alternatieve betaalmethoden zoals een afbetalingsplan. We hebben ook ons solidariteitsfonds meer onder de aandacht gebracht. Daardoor hebben we nu zowel meer aanvragen als meer sponsors. Door er veelvuldig over te communiceren, verlagen we de drempel voor ouders om van die financiële hulp gebruik te maken.”

Marthe Raeymaekers, GOK-medewerker: “We stelden ook een vertrouwenspersoon aan bij wie leerlingen met financiële moeilijkheden kunnen aankloppen. Tegelijk waken we erover dat alle leerkrachten die voelsprieten hebben en het gesprek met een leerling of ouder kunnen aangaan.”

Maryse Lenaerts, begeleider en opgeleide ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting: “Het is erg belangrijk dat een school een klimaat creëert waarin het voor leerlingen mogelijk is om dat gesprek aan te gaan. Niet alle leerkrachten hoeven de expertise in huis te hebben, maar ze moeten wel tijd maken om te luisteren, ook al komen ze dan te laat voor hun volgende les. Daarom is het ook nodig dat de directie en het schoolbestuur mee achter het armoedebeleid staan.”

Marthe: “Verder hebben we de procedure voor onbetaalde schoolfacturen die er al was voor de OKAN-werking uitgerold over de hele school. In plaats van enkel herinneringen te sturen naar ouders, nemen we ook persoonlijk contact op en verwijzen we indien nodig door naar welzijnsorganisaties. Op die manier zorgen we voor een persoonlijke band en krijgen we ook beter zicht op wie onze kwetsbare gezinnen zijn. Nog een voorbeeld van een kleine ingreep is dat we nu meer schooluitstappen doen met de fiets om de kosten te drukken, allemaal tips van onze begeleiders Emilie en Maryse. We stellen vandaag echt vast dat al deze relatief kleine ingrepen al een heel verschil kunnen maken.”

We bezorgen nu in augustus al een volledig overzicht van de schoolkosten aan onze ouders. Op die manier kunnen gezinnen plannen of vooruit sparen.

Wat zijn jullie verdere toekomstplannen?

Kwinten: “Volgend schooljaar willen we een draaiboek op papier zetten, zodat ons armoedebeleid ook een duurzaam en gedeeld verhaal wordt, ook bij nieuwe leerkrachten.”

Marthe: “Verder zijn enkele van onze leerkrachten met kinderen op school dit schooljaar alle kosten aan het bijhouden in een logboek. Ook de verborgen kosten zoals slaapzak of kledij voor een schooluitstap. Die willen we in kaart brengen en helder communiceren naar onze ouders toe. Er zitten dus nog heel wat plannen in de pijplijn.”

Maryse: “Er zijn geen pasklare antwoorden als het op armoede aankomt. Elke school is anders, en elk gezin is anders. Armoede stopt ook niet aan de schoolpoort. Het onderwijs kan het armoedeprobleem niet alleen oplossen, maar scholen zijn wel heel belangrijke partners voor kwetsbare gezinnen.”

Het onderwijs kan het armoedeprobleem niet alleen oplossen, maar scholen zijn wel heel belangrijke partners voor kwetsbare gezinnen.

Welk advies geven jullie aan andere scholen geven die met een begeleidingstraject willen starten?

Kwinten: “Zeker doen, want het is heel waardevol. Denk er wel vooraf goed over na, want het vraagt een behoorlijk engagement. Zorg ook dat het traject door heel het schoolteam gedragen wordt.”

Emilie: “Laat je als school niet tegenhouden door koudwatervrees om werkpunten bloot te leggen. Het is trouwens onmogelijk om alle werkpunten meteen op te lossen. Het begeleidingstraject laat net ruimte om uit te proberen en te experimenteren met wat werkt voor je school. Ga vooral met het thema aan de slag. We willen allemaal het beste voor onze kinderen. Door als school oog te hebben voor deze kwetsbare groep van leerlingen, maken we echt een verschil.”

Heb je een vraag?

Contacteer ons, we helpen je graag verder.

Bel ons

016 27 26 17

Mail ons

onderwijs@leuven.be
Je krijgt zo snel mogelijk een antwoord.

Stuur een bericht

Vul contactformulier in
Je krijgt zo snel mogelijk een antwoord.
Iets fout of onduidelijk op deze pagina? Meld het ons.